Wet- en regelgeving

2009 – verpleegkundig specialismen erkend

Taakherschikking tussen verpleegkundigen en artsen en wildgroei aan vervolgopleidingen noodzaakten tot een duidelijker beroepenstructuur. Minister van Volksgezondheid Hans Hoogervorst gaf de beroepsvereniging Algemene Vergadering van Verplegenden en Verzorgenden (AVVV) eind 2003 opdracht om te adviseren over een nieuw ‘Verpleegkundige Beroepsstructuur en Opleidingscontinuüm’. De AVVV adviseerde om het verpleegkundige beroep ‘verticaal’ in tweeën te delen. Aan de basis van de

2009 – verpleegkundig specialismen erkend Meer lezen »

1997 – Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg

In 1988 publiceerde de Raad voor de Volksgezondheid het eerste Beroepsprofiel verpleegkundige. Het profiel kende twee niveaus van deskundigheid, mbo en hbo, op basis van verantwoordelijkheid en complexiteit van zorg. In de praktijk werd dit onderscheid echter nauwelijks geïmplementeerd. Ook na herziening van het beroepsprofiel door Ellen Leistra e.a. in 1999 veranderde de praktijk in instellingen niet.

1997 – Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg Meer lezen »

1996 – Opleidingsstelsel ‘Gekwalificeerd voor de toekomst’

Aan het eind van de 20ste eeuw was het opleidingsstelsel van verpleegkundigen en verzorgenden toe aan een herstructurering, vanwege maatschappelijke en verpleegkundige ontwikkelingen. In 1996 verscheen onder leiding van Joop van Londen het rapport ‘Gekwalificeerd voor de toekomst: kwalificatiestructuur en eindtermen voor verpleging en verzorging’. Weliswaar was het onderscheid tussen mbo- en hbo-opgeleide verpleegkundigen op papier

1996 – Opleidingsstelsel ‘Gekwalificeerd voor de toekomst’ Meer lezen »

1990 – Commissie Werner ‘In Hoger beroep’

De beroepsontwikkeling van verpleegkundigen en verzorgenden ging eind jaren ’80 gepaard met onvrede en onrust. In 1990, midden in de periode van de ‘Witte Woede’, reageerde de politiek met de installatie van de ‘Commissie Positiebepaling Beroep van Verpleegkundige en Verzorgende’. Genoemd naar haar voorzitter Jos Werner, vicevoorzitter van de Raad van Bestuur van het AMC te

1990 – Commissie Werner ‘In Hoger beroep’ Meer lezen »

1945 – Eerste verpleegkundig inspecteur Fie Hooykaas

Als eerste naoorlogse minister van Sociale Zaken deed Willem Drees – geconfronteerd met grote aantallen tuberculoselijders – in september 1945 een dringend beroep op de ‘vrouwen van Nederland’ om verpleegster te worden. Hij beloofde hen hun belangen krachtig te dienen en hun positie te versterken. Zijn ambtenaren spraken voortaan met verplegenden, als zij beleidsvoorstellen deden

1945 – Eerste verpleegkundig inspecteur Fie Hooykaas Meer lezen »

1940-1945 – Verpleegkundigen in de Tweede wereldoorlog

Naast een nijpend tekort aan verpleegmaterialen als zeep, wc-papier, medicijnen, textiel en op den duur ook voedsel, bezorgde de Duitse bezetting de Nederlandse verpleegkundigen vooral gewetensconflicten: “Wanneer doe je iets wel, wanneer niet?” Ook verpleegkundigen moesten regelmatig ergens opgeven of zij ‘Joods’ of ‘Arisch’ waren. Willem Wilschut, eerste verpleger in het Willem Arntsz Huis te

1940-1945 – Verpleegkundigen in de Tweede wereldoorlog Meer lezen »

1924 – Verzuiling in de verpleging

[vc_row fullwidth=”false” attached=”true” padding=”2″][vc_column width=”2/3″][vc_column_text disable_pattern=”true” align=”left” margin_bottom=”0″] Lange tijd bestonden gereformeerde, rooms-katholieke, socialistische en liberale verpleegkundige belangenorganisaties probleemloos naast elkaar. Vanaf 1924 verleidde de wettelijke erkenning van diploma’s vooral rooms-katholieke ziekenhuizen en gestichten tot extra activiteit. De erkenning motiveerde hen namelijk om juist als rooms-katholieken ‘de beste verpleegsters’ op te leiden. Een oproep van de

1924 – Verzuiling in de verpleging Meer lezen »

1924 – Verbod als gehuwde of zwangere vrouw te werken

Confessionele politici wisten decennialang te voorkomen dat mannen op de werkvloer vrouwelijke collega’s zouden treffen. Verplegen beschouwden zij niet als beroepsarbeid, maar als onbetaalbare moederlijke zorg: ‘liefdewerk’. Later omschreven zij verplegen als vrouwenarbeid. Op 13 maart 1924  – de Wet ter bescherming van diploma’s in Ziekenverpleging was nèt van kracht – lieten zij een Koninklijk

1924 – Verbod als gehuwde of zwangere vrouw te werken Meer lezen »