Taakherschikking tussen verpleegkundigen en artsen en wildgroei aan vervolgopleidingen noodzaakten tot een duidelijker beroepsstructuur. Minister van Volksgezondheid Hans Hoogervorst gaf de beroepsvereniging Algemene Vergadering van Verplegenden en Verzorgenden (AVVV) eind 2003 opdracht om te adviseren over een nieuw ‘Verpleegkundig Beroepsstructuur en OpleidingsContinuüm’. De AVVV adviseerde om het verpleegkundige beroep ‘verticaal’ in tweeën te delen. Aan de basis van de beroepsstructuur zag de AVVV 150.000 verpleegkundigen volgens artikel 3 Wet BIG. Deze verpleegkundigen hebben een  initiële opleiding op mbo- of hbo-niveau. Aan de top werken 7.500 verpleegkundig specialisten volgens artikel 14 Wet BIG met een master. Op 5 juni 2009 publiceerde Ab Klink in de Staatscourant zijn ministeriele erkenning van het vijfde ‘verpleegkundig specialisme’. Naast vier somatische specialismen Master Advanced Nursing Practice (preventieve , acute, intensieve en chronische zorg) is toen ook de master GGz-verpleegkundig specialist erkend.

MEER WETEN
  • VBOC-AVVV (2006). Verpleegkundige toekomst in goede banen. Samenhang en samenspel in de beroepsuitoefening. Utrecht: VBOC/AVVV.
  • Nederlandse Staatscourant 9 februari 2009. Publicatie van het besluit van Minister Ab Klink tot erkenning van vier verpleegkundig specialismen bij somatische aandoeningen.
  • Nederlandse Staatscourant 5 juni 2009. Publicatie van het Besluit van Minister Ab Klink tot erkenning van de titel verpleegkundig specialist ggz.
Foto: Tamara Daams