Reeds in 1891 was ’s Heerenloo geopend als gesticht voor zwakzinnigen. Anno 1956 bestond echter nog steeds geen opleiding voor mensen die uitsluitend in deze sector wilden verplegen. Velen kozen daarom voor de B-opleiding. Maar om het eindexamen af te kunnen leggen, dan moesten zij twee jaar werken in een psychiatrische inrichting. In zwakzinnigeninstellingen was de doorstroming onder het verplegend personeel daardoor enorm. In 1957, stichtte de Inspecteur Geestelijke Volksgezondheid, P.J. Piebenga, een driejarige opleiding in zwakzinnigenverpleging om dit te doorbreken. Deze opleiding kreeg op den duur een meer sociaal pedagogisch dan verpleegkundig profiel. Dit mede onder invloed van steeds mondiger ouders zoals verpleger en vader van een zoon met een verstandelijke beperking Barend Ruijtenberg. De experimentele Z-opleiding nam eindexamens af vanaf 1961, groeide onstuimig onder invloed van de affaire ‘Dennendal’ en werd bij Wet erkend in 1978. In 1979 trok de Z-opleiding meer verpleegkundigen dan de B-opleiding.

MEER WETEN
  • Ruijtenberg, Barend (1976). Kunt U ons zeggen..; de rechtspositie van geestelijk gehandicapten en hun ouders. Nijkerk: Callenbach.
  • Staatsblad 12 juli van 1977, nr. 397. Publicatie van Wetswijziging d.d. 8 juni 1977, ofwel Wet tot bescherming van het diploma van verpleegkundige, voor de Z-verpleegkunde ingaand op 26 januari 1978.
  • Tonkens, Evelien. (1999). Het zelfontplooiingsregime. De actualiteit van Dennendal en de jaren zestig. Amsterdam: Bert Bakker, 87.
Foto: Cecile aan de Stegge